top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverHerbert Stegeman

Traiectenser geschiedenis een korte inleiding

Bijgewerkt op: 7 mei 2020


Een inleiding van de vroegmiddeleeuwse Maastrichtse en Utrechtse geschiedenis

In de 11de eeuw wordt er een begin gemaakt om de woeste gronden te ontginnen en moerige gebieden te bepolderen of droog te leggen. Nadat de Duitse keizer definitief het Hertogdom Lotharingen aan zijn rijk heeft kunnen toevoegen wordt de Duitse invloed merkbaarder. Neder-Lotharingen waartoe ook het grondgebied van het huidige Nederland behoorde was daarmee definitief van de Duitse keizer. Hij was de wereldlijk vorst en bepaalde. De Rooms-Duitse keizer lag in de 11de en 12de eeuw zelfs in de clinch met de Stoel van Rome over het aanstellen en benoemen van hogere geestelijken (rijks bisschoppen) en abten en abdissen van rijks abdijen. Deze geestelijke instellingen vielen onder de voogdij van de keizer. Dit wordt de Investituurstrijd, genoemd naar de formaliteit, de investituur. In de middeleeuwen ontving een rijks bisschop bij zijn ambtsaanvaarding van de koning of keizer zijn investituur. Dit bestond uit een ring voor zijn geestelijk werk en een staf als symbool voor zijn wereldlijke werk. De koning bepaalde als het ware wie er in het ambt werd aangesteld. De Rooms-Duitse keizer wilde zijn macht verstevigen en uitbreiden en richtte zijn ontwikkelingswerk richting Neder-Lotharingen. Door de politieke en culturele ontwikkelingen aan het einde van de 9de eeuw en het begin van de 10de eeuw was het missiebisdom du Treht/ Traiectum (Maastricht) verplaatst naar het noordelijker gelegen Deventer. De macht van de oude rijk abdij van Sint Servaas als zetel van de missiebisschoppen van Traiectum was definitief afgelopen toen het werd geschonken aan de kerk van Trier. De Room-Duitse keizer wilde zijn invloed doen laten gelden in de ontwikkeling van dit deel van Neder-Lotharingen en hielp bij de oprichting en verplaatsing van het oude bisdom Traiectum (Vetus Traiectum) naar een plek die meer naar het noordwesten kwam te liggen. De geestelijkheid nam de oude Franse naam (Du Treht) mee als ook de Latijnse naam (Traiectum). Hoe dit verloop tot stand is gekomen wordt beschreven in dit hoofdstuk.

Allereerst moet ik beginnen met een korte beschrijving van het Egmondse bronmateriaal. Dit is belangrijk omdat vrijwel de gehele geschiedenis van de Lage Landen en met name Utrecht en Holland zich heeft gestoeld op deze secundaire bron.

Daarna als tweede volgt een beschrijving van de periode (11de-13de eeuw) waarin het bronmateriaal voor het Utrechtse Kapittel en het gravenhuis van Holland tot stand is gekomen. Hieraan verbonden de claim van de abdij van Echternach in Luxemburg op gebieden en kerken die in (West)Frisia zouden liggen.

Er hebben zich in de eeuw voorafgaand aan deze ontwikkelingen zoveel belangrijke politieke en culturele gebeurtenissen afgespeeld, die elkaar ook steeds in een rap tempo opvolgden dat het soms erg chaotisch lijkt als ze wordt uitgelegd. Tijdens het lezen zult u zien dat ik af en toe heen en weer spring op de tijdlijn binnen de geschiedenis. Dit kan wellicht eerst wat onoverzichtelijk overkomen, maar als u langzamerhand meer van de tekst tot u heeft genomen zullen de verbanden, de oorzaken en gevolgen duidelijker worden.

De vele oorlogen en gesloten verdragen, het landjepik tussen de Franse en de Duitse koning om de restanten van het oude koninkrijk Lotharingen, het politieke spel tussen de verschillende bisdommen, bisschoppen en aartsbisschoppen, het zorgt allemaal voor veel onduidelijkheid. Een lappendeken van verschillende territoriale gebieden, graafschappen, hertogdommen, prinsdommen maakt het er niet duidelijker op. Met name de belangrijkste koninklijke stad in het noorden van Neder-Lotharingen, Du Treht (Maastricht) wordt vanwege haar belangrijke ligging een speelbal tussen beide koninkrijken.


Een andere vierde beschrijving die ik wil maken is de politieke invloed is dat van de investituurstrijd tussen de Rooms-Duitse keizer en de paus van Rome. Na de strijd tussen de koning van West-Francië en de Rooms-Duitse keizer van Oost-Francië kreeg de keizer meer invloed over de Lotharingse en Neder-Lotharingse gebieden waartoe ook een groot deel van de Lage Landen behoorde. Het is een cruciaal besluit geweest om de Rijksabdij van Sint Servaas in du Treht (Traiectum/ Maastricht) uiteindelijk na de dood van de belangrijke hertog Giselbert van Lotharingen die tevens rector en voogd over het Traiectenser bisdom was, en leken abt over o.a. de Rijksabdij van Sint-Servaas aan de kerk van Trier te schenken.[1]

Met deze handeling kwam er een einde aan de oude abdij als uitvalsbasis voor de Traiectenser bisschoppen die vanuit ‘du Treht’ (Maastricht) hun missies leidden in het noordelijke gebied van Neder-Lotharingen. De onduidelijkheid zit in dat er nooit goed is gelet op de overgang en splitsing van het oude bisdom van Traiectum. Sinds de moord (696) op de laatste ‘Tongerense’ bisschop Lambertus in Traiectum werd de bisschopszetel naar Luik overgebracht. Sinds 705-717 zetelden de ‘Tongerense’ bisschoppen in Luik en omhelsde hun diocese het zuidelijke deel van het voormalige diocese Tongeren-Traiectum. Het noorden van Brabant, Het Friese eilanden gebied (Zeeland), Kinhem (Kennemerland), Teisterband, Betuwe, Hamaland vielen onder de nieuwe missiebisschop van Traiectum in du Treht (Maastricht). Even voor het overzicht; de bisschoppen van Tongeren van de Laat Romeinse civitas Tongeren resideerden sinds de 4de eeuw in Traiectum en werden aangeduid met de bisschop van Tongeren in Traiectum.

Dit ontstaan van het missiebisdom Traiectum/ Du Treht (Maastricht) na de splitsing vanaf het oorspronkelijke diocese en met uitbreiding van nieuwe noordelijk gelegen gebieden, leg ik apart uit in een ander hoofdstuk. Ik doe dit aan de hand van bronmateriaal dat ik gelijk onderaan de pagina onder de streep heb toegevoegd. Dit vergemakkelijkt het nakijken en controleren van de bronnen.

[1] Giselbert van Lotharingen had als persoon zijn successen behaald met overwinningen tegen de Noordmannen (Vikingen) die Lotharingen binnen waren gevallen. Hij werd betiteld in 928 met Hertog. Waarna hij met de dochter van de Duitse keizer Heinricus I mocht trouwen. Hij werd aangesteld als voogd (rector) over de kerk van Traiectum. Hij was aangesteld als lekenabt over een groot aantal belangrijke rijksabdijen waaronder de adbij van Sint Servaas in Maastricht, de abdij van Echternach in Luxemburg, De dubbelabdij van Stavelot-Malmedy, de Sankt Maximinusabdij te Trier, de abdij van Ghislain, de abdij van Remiremont, de abdij van Moyenmoutier. Giselbert werd samen met bisschop Balderik van Traiectum betrokken bij het slaan en het beheer van de muntslag in Traiectum. Hij wordt genoemd dat hij Giselbert de muren rondom het paleis in Traiectum hersteld. Hetzelfde is bekend van Bisschop Balderik die ook de muren van Traiectum hersteld. Ik schrijf hier bewust geen Utrecht, omdat er van Utrecht als zodanig nog geen sprake was. De bronnen over hetgeen ik hier nu aansnij komen in het hoofdstuk over Balderik en Giselbert uitgebreid aan de orde. Daar staat mijn hypothese als ook de bronnen beschreven.

78 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Proloog

Post: Blog2_Post
bottom of page